13
een afgestreken doseerschepje voorgemalen koe toe en druk
op de selectieknop (B2) geplaatst op “OK ” .
Let op!
• Tijdens het gebruik worden op het display enkele berichten
weergegeven (VUL RESERVOIR, LEDIG KOFFIEDIKBAKJE,
enz.) waarvan de betekenis wordt beschreven in het
hoofdstuk “17. Op het display weergegeven berichten”.
• Raadpleeg voor het verkrijgen van een warmere koe de
paragraaf “7.6 Tips voor een warmere koe”.
• Wanneer de werkwijze “Energiebesparing” geactiveerd is,
kan het enkele seconden duren voordat de afgifte van de
eerste koe begint.
7.5 Instelling van de koemolen
De koemolen mag niet worden afgesteld, althans in het
begin, aangezien deze reeds in de fabriek is ingesteld voor het
verkrijgen van een correcte koeafgifte.
Wanneer men echter na het bereiden van de eerste kopjes koe
merkt dat de afgifte weinig volumineus is of met weinig crème,
of te langzaam loopt (druppelsgewijs), dient een correctie uit-
gevoerd te worden met de regelknop van de maalgraad (A5 -
afb. 9).
Let op!
Deze regelknop mag alleen verdraaid worden wanneer de kof-
emolen in werking is tijdens de startfase van de bereiding van
de dranken met koe.
Als de koe te langzaam loopt of hele-
maal niet loopt, draai dan één klik naar
rechts in de richting van het getal 7.
Om daarentegen een volumineuzer af-
gifte van de koe en de verbetering van
de crème te bekomen, moet de knop één
klik naar links worden gedraaid in de richting van het getal 1
(niet meer dan één klik per keer, anders kan het gebeuren dat
de koe druppelsgewijs loopt).
Het eect van deze correctie is pas merkbaar na de afgifte van
minstens 2 achtereenvolgende kopjes koe. Wanneer na deze
afstelling het gewenste resultaat niet verkregen wordt, moet de
correctie worden herhaald door de knop nog een klik verder te
draaien.
7.6 Tips voor een warmere koe
Voor het verkrijgen van een warmere koe, raden we aan om:
• een spoeling uit te voeren door de functie "Spoeling" te
selecteren in het menu instellingen (zie paragraaf “6.1
Spoeling ”);
• de kopjes te verwarmen met warm water (gebruik de heet
water-functie, zie hoofdstuk “9. Afgifte heet water”);
• de temperatuur van de koe te verhogen in het menu
instellingen “ ”(B5) (paragraaf “6.7 Koetemperatuur
”).
8. BEREIDING VAN WARME DRANKEN MET
MELK
Let op!
• Om te voorkomen dat er melk verkregen wordt die weinig
is opgeschuimd, of met grote luchtbellen, altijd de deksel
van het melkreservoir (D2) en de spuitmond heet water
(A9) reinigen zoals beschreven in de hoofdstukken “8.4
Reiniging van het melkreservoir na ieder gebruik”, “12.10
Reiniging van het melkreservoir” en “12.11 Reiniging van
de spuitmond heet water/stoom”.
8.1 Het melkreservoir vullen en plaatsen
1. Neem het deksel weg (D2) (afb. 13);
2.
Vul het melkreservoir (D3) met een voldoende hoeveelheid
melk. Ga niet voorbij het niveau MAX dat op het reservoir
staat aangeduid (afb. 14). Denk eraan dat ieder streepje op
de zijkant van het reservoir overeenkomt met ongeveer 100
ml melk;
Opgelet!
• Voor dikker en homogener schuim is het noodzakelijk ma-
gere of halfvolle melk op koelkasttemperatuur (circa 5° C)
te gebruiken.
• Wanneer de modus “Energiebesparing” geactiveerd is, kan
het enkele seconden duren voordat de afgifte van de drank
begint.
3. Zorg ervoor dat het melkopvoerpijpje (D4) goed in zijn
zitting is geplaatst op de bodem van het deksel van het
melkreservoir (afb. 15);
4. Plaats het deksel terug op het melkreservoir.
5. Indien aanwezig, verwijder het afgiftepijpje heet water/
stoom (C6) (afb. 16);
6. Plaats het melkreservoir (D) en druk het goed aan op de
spuitmond (A9 - afb. 17): de machine geeft een geluidssig-
naal af (indien deze functie geactiveerd is);
7. Plaats een kopje dat voldoende groot is onder de tuitjes
van de koeuitloop (A8) en onder het afgiftepijpje van
de opgeschuimde melk (D5); regel de lengte van het af-
giftepijpje door het eenvoudig naar beneden te trekken en
dichter bij het kopje te brengen (afb. 18).
8. Volg de hieropvolgende aanwijzingen voor iedere specie-
ke functie.
8.2 De hoeveelheid schuim regelen
Door de schuimregelknop (D1) te verdraaien, kan men de hoe-
veelheid schuim selecteren die tijdens de bereiding van de dran-
ken met melk wordt afgegeven.