Gebruiksaanwijzing
14
• Verwarmingsmodus: In de verwarmingsmodus is het display
oranje. Druk op deze knop om de verwarmingsmodus te
activeren.
• Oscillatieknop: Druk op de oscillatieknop om de oscillatiefunctie in
te schakelen. De ventilator zwenkt van links naar rechts. Druk
opnieuw op deze knop om de oscillatie te stoppen.
• Aan/uit-knop: Schakel het apparaat in en uit door op de aan/uit-
knop te drukken.
• Luchtvolume verhogen/verlagen: Druk op de knop + aan de
linkerkant van de afstandsbediening om het luchtvolume te
verhogen. Druk op de knop - aan de linkerkant van de
afstandsbediening om de luchtstroom te verlagen. In de
koelmodus kan de ventilatorsnelheid op stand 1-10 worden gezet.
Voor de verwarmingsmodus zijn er 4 niveaus.
• Natuurlijke modus: Op het scherm van het apparaat wordt de
huidige ventilatorsnelheid weergegeven. De ventilator simuleert
een natuurlijke bries. De natuurlijke modus werkt in zowel de
koelmodus als de verwarmingsmodus.
• Timer: Druk op de timerknop om het gewenste bereik tussen 1 en
24 uur te selecteren.
• Slaapstand: De slaapstand werkt in zowel de koelmodus als de
verwarmingsmodus. De ventilatorsnelheid neemt af tot niveau 1
vanaf de ingestelde snelheid. Op het display wordt de huidige
ventilatorsnelheid weergegeven.
• Temperatuur verhogen verlagen: In de verwarmingsmodus drukt
u op de temperatuurknop aan de rechterkant van de
afstandsbediening om de temperatuur tussen 16°C en 30°C in te
stellen. Opmerking: deze knop werkt niet in de koelmodus.
• Dempen: Hiermee worden de geluiden van het apparaat
uitgeschakeld.
Instructies voor verwarmingsmodus
• Druk op de knop voor de verwarmingsmodus. Op het display
wordt de omgevingstemperatuur weergegeven.
• Druk op de temperatuurknop om de temperatuur in te stellen. Het
display knippert en u kunt een waarde tussen 16 en 30°C
instellen.
• De ingestelde temperatuur moet hoger zijn dan de
omgevingstemperatuur, zodat de verwarmingsfunctie wordt
ingeschakeld.
• Wanneer de omgevingstemperatuur de doeltemperatuur bereikt,
wordt het verwarmingselement enige tijd uitgeschakeld. De
ventilator draait om de warmte te verspreiden. Na enkele
seconden stopt ook de ventilator tot de omgevingstemperatuur
weer onder de doeltemperatuur is.
• Als de omgevingstemperatuur lager is dan de ingestelde
temperatuur, wordt de verwarmingsfunctie automatisch weer
geactiveerd.
• Opmerking: De standaard ingestelde temperatuur is 20°C. In de
verwarmingsmodus wordt bij een omgevingstemperatuur van
minder dan 0°C op het display '01' weergegeven. Negatieve
temperatuurwaarden worden niet weergegeven. Wanneer de
verwarmingsmodus meer dan 9uur actief is, wordt het apparaat
automatisch gestopt. Druk op de aan/uit-knop op het apparaat of
op de knop op de afstandsbediening om het apparaat opnieuw te
starten.