14 |
NEDERLANDS
BEDIENING
1. Algemene aanwij-
zingen
1.1 Informatie over dit do-
cument
Het hoofdstuk "Bediening" is bedo-
eld voor de gebruiker van het pro-
duct en voor de installateur.
Het hoofdstuk "Installatie" is bes-
temd voor de vakman.
Info
Lees deze handleiding voor
gebruik zorgvuldig door en
bewaar deze op een veilige plaats.
Overhandig de handleiding in
voorkomende gevallen aan een
volgende gebruiker.
1.2 Aandachtspunten in
deze documentatie
Info
Lees de aanwijzingsteksten
grondig door.
Dit symbool geeft aan dat u iets
moet doen. De vereiste han-
delingen worden stapsgewijs
beschreven.
A
Deze markering verwijst naar afbeel-
ding A.
1.3 Maateenheden
Info
Tenzij anders wordt ver-
meld, worden alle maten in
millimeter aangegeven.
2. Veiligheid
2.1 Voorgeschreven gebruik
Het toestel is bestemd als overgangs-
en aanvullende verwarming voor
kleinere vertrekken. Het toestel is
bestemd voor gebruik in een huis-
houdelijke omgeving. Het kan veilig
bediend worden door personen die
daarover niet geïnstrueerd zijn. Het
toestel kan eveneens buiten een
huishouden gebruikt worden, bijv.
in het kleinbedrijf, voor zover het op
dezelfde wijze gebruikt wordt.
Elk ander gebruik geldt niet als ge-
bruik conform de voorschriften. Tot
gebruik conform de voorschriften
behoort ook het in acht nemen van
deze handleiding evenals de hand-
leidingen voor het gebruikte toebe-
horen.
2.2 Algemene veiligheidsa-
anwijzingen
Installatie, ingebruikname, evenals
onderhoud en reparatie van het toe-
stel mogen alleen door een gekwa-
lificeerde installateur uitgevoerd
worden.
WAARSCHUWING
verbranding
Gebruik het toestel niet ...
- in ruimtes waar door chemi-
caliën, stof, gassen of dampen
gevaar voor brand of explosies
bestaat.
- in de onmiddellijke omgeving
van leidingen of containers met
brandbare of explosieve stoen;
- Wanneer de minimale afstanden
tot aangrenzende voorwerpen te
klein zijn.
WAARSCHUWING
verbranding
Er mogen op het toestel
of in de onmiddellijke omgeving
ervan geen brandbare, ont-
vlambare of warmte-isolerende
voorwerpen of stoen geplaatst
worden, zoals wasgoed, dekens,
tijdschriften, blikken boenwas of
benzine, spuitbussen en dergeli-
jke.
WAARSCHUWING
verbranding
Let erop dat er geen
vreemde voorwerpen in de ven-
tilatie- of luchtuitlaatopeningen
komen, omdat deze tot een elek-
trische schok of brand leiden, of
het toestel beschadigd kan wor-
den.
WAARSCHUWING
verbranding
Let erop dat de luchtin-
en -uitgangen niet geblokkeerd
worden om brand te voorko-
men. Gebruik het toestel nooit
op een zachte ondergrond, zoals
een bed. Daardoor kunnen de
openingen namelijk geblokkeerd
worden.
!
WAARSCHUWING letsel
Houd kinderen jonger dan
3 jaar uit de buurt van het
toestel, wanneer er niet voortdu-
rend toezicht is.
Het toestel kan door kinderen van
3 tot 7 jaar worden in- en uitge-
schakeld, wanneer er toezicht op
hen gehouden wordt, of wanneer
ze met betrekking tot het veilige
gebruik van het toestel geïnstrue-
erd zijn en de gevaren die daaru-
it ontstaan, begrepen hebben.
3- tot 7-jarige kinderen mogen
niet de stekker in het stopcontact
steken en mogen het toestel niet
regelen.
Het toestel kan door kinderen
vanaf 8 jaar, alsmede door per-
sonen met verminderde fysieke,
sensorische of geestelijke vermo-
gens of met een gebrek aan erva-
ring en kennis gebruikt worden,
wanneer er toezicht op hen ge-
houden wordt, of wanneer ze met
betrekking tot het veilige gebruik
van het toestel geïnstrueerd zijn
en de gevaren die daaruit ontsta-
an, begrepen hebben.
Kinderen mogen niet met het
toestel spelen. Kinderen mogen
zonder toezicht geen reiniging of
gebruikersonderhoud uitvoeren.
VOORZICHTIG
verbranding
Delen van het toestel kun-
nen zeer heet worden en brand-
wonden veroorzaken. Als er
kinderen en hulpbehoevenden
aanwezig zijn, is extra voorzich-
tigheid geboden.
2.3 Algemene aanwijzingen
!
Materiële schade
- Dek het toestel niet af.
- Ga niet op het toestel
staan.
2.4 CE-logo
Het CE-logo geeft aan dat het toe-
stel voldoet aan alle fundamentele
vereisten:
- Richtlijn voor de elektromagne-
tische compatibiliteit
- Laagspanningsrichtlijn
2.5 Keurmerk
Zie het typeplaatje op het toestel
3. Toestelbeschrijving
Het toestel is bestemd als overgangs-
en aanvullende verwarming voor
kleinere vertrekken. Het toestel kan
als mobiel, vrijstaand toestel met ge-
monteerde voeten, of optioneel als
toestel met wandbevestiging gebru-
ikt worden.
Voor opwarming van de lucht wordt
de door de openingen in de toestel-
bodem binnendringende kamer-
lucht verwarmd die dan door natu-
urlijke convectie opnieuw via het
bovenste luchtafvoerrooster naar
buiten komt. Bij de CS 20 L kan dit
proces door een geïnstalleerde venti-
lator en een apart luchtafvoerrooster
worden ondersteund.
4. Bediening
A
1 Ventilatorschakelaar (alleen CS
20 L)
2 Schakelaar
verwarmingsvermogentrappen
3 Temperatuurkeuzeschakelaar
4.1 Verwarming inschakelen
Het is mogelijk de temperatuur tra-
ploos in te stellen. Het toestel wordt
uitgeschakeld, zodra de ingestelde
kamertemperatuur is bereikt.
Draai de temperatuurselec-
tieknop naar rechts tot aan de
gewenste trap.
Verwarmingsvermogentrappen
Druk op schakelaar „I“. Indien
het toestel via de temperatuur-
selectieknop ingeschakeld is,
verwarmt het met 750W.
Druk op schakelaar „II“. Indien
het toestel via de temperatuur-
selectieknop is ingeschakeld,
verwarmt het met 1250W.
Druk op schakelaar „I“ en op
schakelaar „II“. Indien het toestel
via de temperatuurselectieknop
is ingeschakeld, verwarmt het
met 2000W.
Info
Bij de CS 20 L is het bij alle
instellingen mogelijk via
een derde schakelaar de ventilator
bij te schakelen.
4.2 Vorstbescherming
Draai de temperatuurselectie-
knop tot aan de aanslag naar
links en schakel één van de
beide schakelaars in om het ver-
warmingsvermogen te kiezen.
In deze stand is vorstbescherming
gewaarborgd. De verwarming scha-
kelt automatisch in, indien de ka-
mertemperatuur daalt tot onder de
vorstbeschermingstemperatuur.
4.3 Verwarming uitscha-
kelen
Zet alle schakelaars in de stand
UIT en trek de stroomstekker
eruit.
5. Reiniging, verzor-
ging en onderhoud
Het toestel bevat geen onderdelen
die door de gebruiker onderhouden
moeten worden.
Reinig het toestel als het is
afgekoeld met de klassieke
onderhoudsproducten. Ver-
mijd schurende en bijtende
onderhoudsmiddelen.
Als er een lichte, bruinachtige
verkleuring optreedt op de
behuizing van het toestel,
moet deze zo vlug mogelijk
met een vochtige doek worden
afgeveegd.
!
Materiële schade
Spuit geen reinigingsspray
in de luchtspleten.
6. Opslag
Sla het toestel op een droge
plaats op, wanneer het niet
wordt gebruikt.
7. Problemen verhel-
pen
Controleer de ingestelde tempera-
tuur op het toestel en de zekering
van de huisinstallatie, wanneer het
toestel niet verwarmt.
Het toestel heeft een veiligheidsther-
mostaat die het toestel bij overver-
hitting uitschakelt. Na het verhelpen
van de oorzaak (bijvoorbeeld afge-
dekte luchtuitlaat- of -inlaatopening)
wordt het toestel na een afkoeltijd
van enkele minuten weer ingescha-
keld.
Waarschuw de installateur als u de
oorzaak zelf niet verhelpen kunt. Hij
kan u sneller en beter helpen als u
hem het nummer op het typeplaatje
doorgeeft (000000-0000-000000).